Woensdagochtend 15 april, om 7 uur, werd ik gebeld door een docente van mijn school. Mijn moeder nam op. 'Wil je mee op een reis naar Roemenië,' was de vraag, 'we vertrekken zaterdag.'
Zo'n aanbod kon ik natuurlijk niet afslaan. Wij hoefden zelf niets te betalen, want de reis was gesubsidieerd door de Europese Unie, in het kader van het comeniusproject, om Europese landen met elkaar kennis te laten maken en internationale bruggen te creëren tussen verschillende scholen in de deelnemende landen. Deze landen waren Frankrijk, Italië, Turkije, Hongarije, Roemenië en Nederland.